Tips als je met rouw te maken krijgt #2

Intens verdriet, het voelt allemaal zo ontzettend donker in je leven. Je partner is (plotseling) overleden blijft er één vraag hangen: “Hoe moet ik nu verder?” Die periode staat op mijn netvlies gebrand. Ineens sta je er alleen voor en moet je ook voor je kinderen zorgen. Hoe dan? Door die hele periode heen heb ik veel geleerd en dat wil ik graag met je delen:

# De situatie verandert niet, dood is dood, maar God gaat jou veranderen, zodat je het aan kunt. 

# Weet dat Hij met je meehuilt, Hij heeft de mens voor het leven geschapen,  Jezus huilde bij het graf van Lazarus. God kent elke traan van jou (Psalm 56 : 9).

# Blijf de ouder/volwassene, leg het kind geen druk op. Kind heeft ook recht op verdriet

# Probeer zoveel mogelijk de vaste structuur/dagindeling vast te houden. Dat geeft duidelijkheid en veiligheid.

# Je kan dit niet alleen, erken dat en vraag hulp, mensen zijn echt graag bereid om te helpen. Denk hierbij aan oppas, iemand die met je meedenkt, of klussen in en om het huis. In mijn geval werd een klusrooster gemaakt, een zaterdag in de maand kwam er een man  die  bijvoorbeeld de fietsen nakeek en repareerde, of iets in huis ophangen of  maakte (schakel familie of de kerk in).

# Ga ‘gewoon’ op vakantie. Ja, dat kan moeilijk zijn. Zoek iets wat bij jou past en binnen jou mogelijkheden. Vraag ook hulp: ik had besloten om te gaan kamperen op een vertrouwde camping, maar had geen tent met toebehoren. Een goede vriend/gemeentelid is met mij meegegaan en heeft mij daarin geholpen. Jarenlang zijn we  door iemand weggebracht en hielp ons mee met het opzetten van de tent. 

# Keer op  keer de telefoon pakken om om hulp te vragen, vraagt veel energie en je loopt het risico dat mensen op dat moment ook niet kunnen. Na twee of drie telefoontjes stop je wel. Een rooster geeft rust en duidelijkheid. Ik had behalve een klusrooster, ook oppasrooster  en een z.g.n. stand-by-rooster: 7 vrouwen stonden daarop,  ieder op een vaste dag van de week  waarop zij klaar stonden om te komen. Zij wisten: ik kan vandaag gebeld worden en hielden daar  dan ook rekening mee. Als ik dan belde en ik zei : “Met Reina,” wisten zij genoeg en kwamen! Ik heb er niet eens zo heel vaak gebruik van gemaakt, maar het weten dat er iemand klaar stond gaf zoveel rust.  

# Praten, praten en praten!  Maw zwijg de ander niet dood, hoeveel verdriet dat ook kan geven. Vertel die herinneringen maar. Durf  over de overleden ouder te praten. 

# Maak eventueel een gedenkhoekje. 

# Je bent een mens met heel veel verdriet, je bent in een situatie gekomen waar je niet voor gekozen hebt. Voel je niet schuldig als dingen je niet lukken of niet goed gaan.

# Gevoelens? Ze mogen er zijn. Ik weet nog dat ik tijdens het tanden poetsen zo boos werd op mijn man: “Jij  laat mij even mooi achter, ik moet het oplossen en jij zit daar lekker in de hemel.” Vervolgens smeet ik de tandenborstel met een beker water door de badkamer heen. Of misschien voel je opluchting (zeker na een lang ziekbed), schrik er niet van. Het zijn ‘maar’ gevoelens.   

# Het kleine kind kan bang worden om (weer) te verliezen. Ze houden daarom de overgebleven ouder vast (letterlijk en figuurlijk), maar ook speelgoed  kan krampachtig vast gehouden worden. 

# Houdt er rekening mee dat in elke nieuwe levensfase moet het kind steeds weer opnieuw het gemis van een vader /moeder een plek geven. 

# Blijf geloven, blijf vasthouden aan Gods belofte dat Hij erbij is, dat Hij je ziet. Ja, soms tegen de klippen op, blijven geloven omdat je er niets van ziet of merkt. God huilt met je mee, om die gebrokenheid in ons leven, in de wereld. Hij neemt je in Zijn armen om je te troosten , echt waar, maar Hij zet je ook weer op je voeten, met maar één doel dat jij je leven weer op kan pakken. Je leven weer kunt leven en genieten van de zon die schijnt of van de bloem die bloeit.

# Als een kind pijn heeft, komt hij bij je om getroost te worden en dat doe je ook, je neemt het kind op, maar daar kan hij niet altijd blijven, je zet het op een gegeven moment weer op zijn voeten, je moedigt hem aan: toe maar! Dat beeld heeft mij enorm geholpen. 

Ieder rouwproces is anders en heel persoonlijk. Ik ben anders als jij, dat weet ik heel goed, toch heb ik geprobeerd om je hiermee wat handvatten te geven, ik hoop dat je er wat aan hebt. Dat je rouwgewaad, een lofgewaad mag worden.