In 1954 kwam ik ter wereld, middenin hartje Amsterdam, bij liefhebbende ouders die mij het geloof in God en Jezus meegaven en bij wie ik mocht zijn wie ik was. Spelend met mijn poppen, gaf ik ze allemaal een plaatsje in de woonkamer, netjes op een rijtje als in een echte klas. Ik legde papier en potlood voor hen neer en ik las ze voor. Uren kon ik bezig zijn met schaar, papier en lijm.
En ik keek mijn ogen uit bij het kunstrijden op de schaats, prachtig vond ik dat. Zo te kunnen dansen! Helaas zat dansen en schaatsen om een aantal redenen er voor mij niet in. En dat vond ik als kind goed, ik begreep het wel. Ik vond het fijn om mee te gaan naar de kerk, stil zat ik naast mijn vader met mijn hoofd tegen zijn arm en bekeek alles intens!
De kinderbijbel van Anne de Vries, met zijn prachtige platen, heb ik talloze keren bekeken. Ik verwonderde mij over die prachtige schepping: Mozes in het biezen mandje en Daniël in de leeuwenkuil. Maar ook over Jezus, in de kribbe, de wonderen die Hij deed, de heftige kruisiging en gelukkig dat open graf!
Als mensen aan mij vroeg wat wil ik later wilde worden dan antwoordde ik steevast: “Dat weet ik niet precies , maar ik wil wel andere mensen helpen.” Oh, wat wilde ik graag kleuterjuf worden, mijn poppenkinderen inruilen voor èchte kinderen. Ze leren om te knippen en plakken, tekenen en puzzelen. Samen spelen en hen verhalen te vertellen uit de bijbel.
Helaas het kwam er niet van. In die tijd was het niet zo nodig om als jonge meid op je toekomst voorbereid te zijn, want ja, je ging als meisje trouwen en je kreeg kinderen en dan was je werk thuis!Ik koos voor de richting Kind & Jeugd-zorg en heb met veel plezier in een kinderhuis gewerkt van het Leger des Heils.
En ja, ik ging trouwen en ik kreeg kinderen: vier jongens en twee meisjes.
En ja, ik bleef thuis om er te zijn voor de kinderen.
Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan en heb ik jaren lang meegeholpen bij de vakantiebijbelschool die onze kerk ieder jaar twee keer organiseerde. Knippen en plakken, dansen en een Bijbelverhaal vertellen.
Helaas kwam er snel een groot verdriet in ons leven: mijn man, de vader van mijn kinderen, overleed plotseling door een hartstilstand. Ons leven stond ineens op zijn grondvesten te schudden! De jongste net 1 jaar, de oudste 13!
Hoe…? Hoe krijg ik het voor elkaar om mijn kinderen alleen op te voeden? Dat gaat mij niet lukken, het is te groot, te zwaar, de verantwoordelijkheid is enorm. De last niet te overzien!
HEER, help!!
De liefde voor mijn kinderen dreef mij er toe om er voor te gaan. Ik wilde hen weer zo snel mogelijk vaste grond onder de voeten geven. God gaf mij kracht om er voor te gaan, Hij gaf mij mensen die op velerlei gebied hulp boden.
Maar er zijn heel wat tranen gevloeid, er is heel veel boosheid geweest, het verdriet werd uitgeschreeuwd. En toch….toch kwam er langzaam aan verandering. De ergste pijn gaat eraf. Je vindt met elkaar een manier om het te aanvaarden en verder te gaan.
Toen de jongste 12 jaar was, ik meer ruimte kreeg in het dagelijkse leven en zorgen, maar zeker ook ruimte in mijn hoofd, kwam dat ‘stemmetje’ weer : “Ik wil andere mensen helpen.”Wat in mij is gelegd en wat in dat kleine meisje zichtbaar werd, daar wilde ik nog steeds iets mee doen. Het laat zich niet wegstoppen. Wat toen niet kon, dat kan nu wel!
Ik ging weer naar school: Psycho-pastorale hulpverlening, sociale dienstverlening en danstherapie. Trainingen, cursussen en een opleiding. Ik was net een spons die alles opzoog. En ik had een schat aan ervaringen in het leven meegekregen! Jarenlang heb ik mij ingezet binnen het pastoraat en ik heb een bescheiden praktijk gehad als danstherapeut.
Maar er was nog iets wat ik heel graag wilde. Wat ik jaren daarvoor al tot de ontdekking was gekomen. Want hoe vertel ik dat kleine kind wat er allemaal gebeurt als een ouder overlijdt? Wat is dood, begrafenis en rouw? Veel is nog niet aanwezig in het brein van het jonge kind: oorzaak en gevolg, maar ook het woordenschat.
Maar dat er iets heftigs aan de hand is, dat voelen ze wel degelijk. Het gaat niet langs hen heen! Zo’n gebeurtenis heeft een enorme impact op dat jonge kind, de gevolgen zijn jaren later nog merkbaar. Hoe kan ik ze helpen?
Ik ben toentertijd op zoek gegaan naar kinderboeken die mij daarbij konden helpen, maar die vond ik niet. Als ik al iets vond over dood gaan was het over een opa/oma of over een huisdier. En hoe verdrietig dat ook is, het is anders als een ouder overlijdt. Maar vaak waren het ook boeken zonder boodschap, zonder hoop!
Jarenlang zat een idee in mijn hoofd en nu heb ik het eindelijk vorm kunnen geven in een echt boek! Een hele stap en een heel lang proces, maar ik ben er ongelofelijk blij mee! Het is een boek voor peuters en kleuters, maar ook voor het jonge schoolkind is het heel geschikt. Een boek waarvan ik hoop dat het je zal helpen als een ouder overlijdt. Heel dichtbij of wat verder weg, bij neefjes en nichtjes of bij vriendjes.
Een boek waarin ik ons verhaal vertel, een boek om woorden te geven aan wat er allemaal gebeurt. Een boek om keer op keer te bekijken, iets te herkennen in dat kleine jongetje van drie die ineens zonder vader verder moet. Een boek waarin ook zoek- en verwerkingsopdrachtjes staan, om zo iets met dat gevoel te kunnen doen. Maar ook een boek van hoop, want… het komt goed!
Dit is mijn verhaal. Het kleine meisje van toen is groot geworden.
Maar iets van dat kleine meisje, die met haar poppen speelde, ze voor wilde lezen, wilde knutselen en wilde dansen, zal altijd aanwezig blijven in dat meisje dat nu groot is. Nog steeds dans ik, knutsel ik en lees voor. Toen onschuldig en onbevangen. Nu doorleefd, en ja ook gekwetst, teleurgesteld en beschadigd. Maar… breng het samen met zuiver wit kant of een witte roos [Jezus] en het is volmaakt.
Ik hoop en bid dat dit beeld en het boek je zal inspireren en helpen.
Groeten,
Reina de Boer